Het heeft even geduurd, maar de politiek begint ‘Het Rijnland Model’ op de juiste (van) waarde in te schatten. Of de politici alle consequenties doorzien is nog even de vraag. Om maar een paar willekeurige voorbeelden te noemen: ‘Too big to fail’ betekent de Rijkspostspaarbank in ere herstellen (hebben we overigens formeel al gedaan door de ABNAmro en SNSReaal te nationaliseren), maar we noemen het alleen nog niet zo. De IJslanders hebben dat overigens al wel gedaan: ‘Landsbanki’. Maar ja, dan moeten we weer tientallen miljarden verhalen op de belastingbetaler. Ga dat maar eens uitleggen. Politici weten de oplossing wel, maar hoe hou je ondertussen je kiezers vast? De marktwerking terugdraaien in de Zorg en het Openbaar Vervoer (heette niet voor niets zo) zou een goede 2e en 3e stap zijn. En zo kunnen we nog wel even doorgaan (aanbestedingen), maar laten we blij zijn met het besef wat we momenteel hebben bij het CDA en de PvdA.
Op zaterdag 16 februari 2013 verscheen van de Wiardi Beckman Stichting (PvdA) een resolutie ‘Van Waarde’, sociaal democratie voor de 21ste eeuw. Een boekwerkje van 27 bladzijden met als eerste hoofdstuk (1.1) ‘Rijnland 2.0’ (geactualiseerde opvattingen over economie, staat en gemeenschap) met zes uitgangspunten (met mijn aanvullingen cursief toegevoegd);
- Een hogere waardering van het algemeen belang: de ordening van onze economie moet beleggers, werkgevers, consumenten en burgers aanzetten om oog te hebben voor het algemeen belang (JP: bijvoorbeeld de bankierseed). Zo’n ordening vereist dat ten minste het eigen belang niet strijdig is met het algemeen belang. Sociaal-democratische economiepolitiek moet er op gericht zijn om daadwerkelijke toevoeging van waarde in het algemeen belang hoger te waarderen dan fictieve toevoeging van waarde in het individuele belang. Het maken van geld met geld -door speculatie (JP; zie Vestia), belegging of anderszins- dat niet gericht is op het algemene belang mag daar- toe zwaarder belast worden dan vormen van verdiensten die voortkomen uit daadwerkelijke toevoeging van waarde door arbeid of productie. Hetzelfde geldt voor bedrijfsvoering die de belangen van werkgelegenheid en milieu schendt in plaats van dient. We waarderen de tomeloze inzet van ondernemers die in overeenstemming met het belang van omgeving en werknemers succesvol hun bedrijf runnen, maar verzetten ons tegen de eenzijdige focus op winst alleen (JP: vandaar het 3P-denken), die bij sommige grote ondernemingen de boventoon voert. Voorts nemen we bij de inrichting van ons economische stelsel en de spelregels daarvan genoegen met iets minder rendement in ruil voor meer zekerheid. Bij aanbestedingen betekent dat minder letten op prijs alleen, bij pensioenen dat we de zekerheid van een goed pensioen voor huidige (JP: vandaar de Rijkspostspaarbank, De Rijkman Groeninks en de Sjoerd van Keulens moeten maar met hun eigen geld casinokapitalisme gaan spelen maar liever niet met pensioengelden) en toekomstige generaties hoger waarderen;
- Een einde aan de risico-paradox: private winsten in goede tijden, publieke verliezen in slechte tijden (JP; zie ook de intensieve veeteelt, wie betaalde in 1997 de varkenspest?). Dat is in het kort de risico-paradox die de afgelopen jaren de belastingbetaler opzadelde met een torenhoge rekening. Een volwassen economische orde vraagt echter dat risico daar gedragen worden waar het profijt wordt nagestreefd. Dat geldt ook binnen ondernemingen waar werkgevers niet langer ondernemersrisico’s mogen afwentelen op werknemers en de samenleving. Op nationaal en internationaal niveau dient de sociaal-democratie hier de voorwaarden voor te scheppen;
- Meer anti-cyclisch beleid in magere jaren: de politieke impasse van de afgelopen tien jaar, waarin grote hervormingen geschuwd werden, vraagt momenteel heftige inspanningen in tijden die daarvoor eigenlijk niet in aanmerking komen. Juist in economisch heftige tijden is het de taak van de sociaal-democratie (JP: lees de overheid) de effecten van economische neergang te verkleinen en niet te vergroten (JP: dit is juist wat de overheid doet en daardoor zorgt voor een triple dip: bijvoorbeeld laten de overheden juist nu goedkope grond uitgeven aan particulieren zodat die kunnen gaan bouwen, desnoods voor een tientje de vierkante meter). In goede jaren mogen noodzakelijke (JP: politieke) hervormingen juist niet geschuwd worden. Op die weg dient onze beweging zo spoedig mogelijk terug te keren (JP: het zogenaamde bedrijfsmatig handelen van de overheid is een gotspe);
- Toezichtsoverdracht: een economie van het snelle geld die zich in toenemende mate onttrekt aan de greep van nationale staten vergt effectief internationaal toezicht. Uitholling van zekerheden op de werkvloer door onbedoelde neveneffecten van vrij verkeer van goederen, diensten en personen vraagt om een Europees antwoord. Dat vereist dat we op deze terreinen direct kiezen voor méér Europese bevoegdheden(JP: het merkwaardige is dat rechtspersonen zoals organisaties vaak beter beschermd worden dan natuurlijke personen (ontslagrecht). Dit is min of meer het gevolg van het gedachtegoed van F.W. Taylor opgeshreven in 1911: ‘In the past the man has been first, in the future the system must be first). Die keuze maken wij onomwonden. Daarbij is versterking van de democratische legitimiteit van Europa prioriteit. Daarmee mag niet getreuzeld worden als we het draagvlak voor Europese samenwerking niet verloren willen laten gaan. Op alle andere beleidsterreinen kiezen wij daarom voor eerst meer democratie, dan pas meer bevoegdheden;
- Het bedrijf als gemeenschap (JP: lijkt rechtstreeks uit Het Rijnland Boekje 2009): winst, werkgelegenheid en ecologische belangen maken allen deel uit van een verantwoorde bedrijfsvoering. Het bedrijfsleven moet meer gestimuleerd worden om betrokken te zijn bij de ambities van een samenleving als geheel (JP: hier is het al lang mis: de optimalisatie van de eigen organisatie, letterlijk ten koste van alles en zo gelegitimeerd schade toebrengen aan de samenleving, zoals bij het ophol geslagen financiele systeem). Waar de maatschappij via het onderwijs goed geëquipeerde werknemers aflevert op de werkvloer mag van werkgevers een tegenprestatie verlangd worden. Waar werknemers de waarde van een bedrijf met handen en geest gemaakt hebben horen zij betrokken te zijn bij beslissingen over fusie, reorganisatie of verplaatsing van bedrijfsactiviteiten (JP: dat noemen we tegenwoordig merkwaardig genoeg ‘Sociale Innovatie’). Ondernemingen, werknemers en overheden moeten de handen ineen slaan om bedrijven niet slechts individuele doelen maar ook maatschappelijke doelen te laten nastreven, en zeker niet tegen te werken (JP: daarom zijn Cooperaties zulke belangrijke structuren). Middelen zoals quota, maar ook positieve belastingprikkels worden hiertoe aangewend (JP: vraag ik me af, maar ok. Belangrijk lijkt me juist ook de verbinding met de omgeving te herstellen);
- Sociaal beleid als motor van de economie: de economie gaat niet slechts over geld verdienen, beteugeling van financiële markten en toezicht. De liberale logica dat alleen ondernemers geld verdienen en dat de staat slechts een rol verdient als het gaat om de spelregels is op een gedachtefout gebaseerd. In de sociaal-democratische visie op de economie neemt sociaal beleid een centrale positie in. Onderwijs, innovatie, kinderopvang, goede omstandigheden op de werkvloer, gematigde inkomensverschillen, re-integratie enzovoorts liggen aan de grondslag van economisch succes (JP: meedoen is een belangrijk principe: inclusie. Daar ligt een belangrijke rol voor de overheid er op toe te zien: sec geld verdienen leidt altijd tot het aan de kant zetten van ‘onrendabelen’, bijvoorbeeld bij spoortrajecten of door het selecteren aan de poort. Als een ieder zijn eigen financiele straatje schoonveegt, ligt er ergens een collectieve vuilnisbelt, bijvoorbeeld van giftige leningen).
Verder een consistent-verhaal met de nodige verwijzingen naar hoe we weer van IK- naar een WIJ-samenleving komen. Je kunt hier het manifest downloaden. Wellicht heeft collega Harold Janssen nog een Rijnlands-steentje bijgedragen op de Nieuwjaarsbijeenkomst van 5 januari 2013 voor de PvdA-Zaanstreek.
Maar ook het CDA-Fryslân laat zich in diezelfde week (12 februari 2013) niet onbetuigd met betrekking tot het sociaal-democratische gedachtengoed: ‘Startdocument Rijnlands Denken en Doen’. Een mooi historisch overzicht en nog wat nadrukkelijker gebruik gemaakt van de beide Rijnland boekjes; de 3V’s zijn zelfs ‘bijna’ expliciet terug te vinden: vakmanschap, verbinding en vertrouwen. Lees hieronder:
CDA denkt Rijnlands
Het Rijnlands denken is de aanvaarding van maatschappelijke democratie naast de gekozen democratie. Uitgangspunten zijn vertrouwen, vakmanschap en verantwoordelijkheid. Dat geldt voor alle betrokkenen (werkgevers, werknemers, bestuurders) en voor alle domeinen (openbaar bestuur, bedrijfsleven en de samenleving zelf). Burgers moeten op vrijwillige basis (weer) een grote rol gaan spelen in zorginstellingen, op scholen en bij de volkshuisvesting. ,,De overheid moet hen de ruimte geven en faciliteren’’, zegt opsteller van het rapport, Geart Benedictus. ,,Groepen vullen elkaar aan. Zo draagt de samenleving zelf bij aan economische groei, sociale rechtvaardigheid en een duurzaam beheer van onze planeet.’’
In ondernemingen staat het belang van alle belanghebbenden voorop, niet alleen dat van de aandeelhouders. Dit vraagt om een leider met een luisterend oor. Een leider die zijn vak verstaat en investeert in de kennis van mensen. In Rijnlandse bedrijven is vaak sprake van een meester-gezel-opleiding. Dit sluit aan bij de onderstroom van het CDA: de kracht van de eigen kring en de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk leggen. Het Rijnlands denken en het CDA-gedachtegoed liggen in elkaars verlengde, zegt denktank-voorzitter Tineke Jagersma. ,,Als je er over leest, denk je meteen: dit gaat over het CDA! ,,Solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid en rentmeesterschap, dat vertaalt zich in het Rijnlands denken in het verbinden, het vertrouwen geven en het benutten van vakmanschap aan de top.’’
Niet een wettelijk systeem, maar de eigen verantwoordelijkheid is de waarborg van moraliteit, kwaliteit en menselijkheid in de samenleving. In Duitsland blijkt de Rijnlandse aanpak crisisbestendig, terwijl er minder maatschappelijke ontevredenheid heerst. De tegenhanger van het Rijnlands denken is het Angelsaksisch denken. Dat is gebaseerd op regels en het afvinken van lijstjes. Jagersma: ,,Onze samenleving is vastgelopen in deze controle-industrie.’
Download hier de startnotitie. Duidelijk is dat ‘onze man’ Peter Roemaat van het DeLimes Netwerk-Oost daar op 12 sepember 2012 een mooie stimulans aan heeft gegeven” lees dit even Dank Peter, …