Over de afbraak van de thuiszorg: ‘Regels die ten koste gaan van de menselijke maat zijn sowieso niet te rechtvaardigen’
De politiek wil bijna letterlijk koste wat het kost de verzorgingsstaat afbouwen en vervangen door de participatiesamenleving. ‘We hebben het in ons land goed geregeld en dat moet maar eens afgelopen zijn’. In de thuiszorg betekent dat zowaar een revolutie waarbij gemeentehuizen worden bezet en medewerkers expliciet hun voorkeur uitspreken: ‘Wij willen naar Stichting Familiehulp (Buurtzorg Inside) van Jos de Blok’ . Niet onlogisch want de afgelopen vijf jaar werd Buurtzorg vier keer gekozen tot werkgever van het jaar.
Slechts ruim twintig wethouders luisterden naar de hartenkreet van deze mensen. De rest beroept zich op allerhande regeltjes (aanbestedingsrecht, staatssteun, belemmering marktwerking) waarom ze aan die oproep geen gehoor kunnen of willen geven. Ambtenaren zien regels als een natuurverschijnsel waar je niets aan kunt doen. Wat is een economisch level playing field in hemelsnaam waard als je daardoor 40.000 cliënten en 11.000 medewerkers in de steek laat en dan ook nog de kernwaarden van je partij volledig verkwanseld (PvdA)?
Het managen is niet meer voorbehouden aan managers van beursgenoteerde bedrijven, onze ambtenaren lusten er ook pap van. In die zin is het terecht dat de betogers naar de gemeentehuizen trekken en daar roepen om een gesprek met de verantwoordelijke wethouders. Terwijl staatssecretaris Van Rijn zich in Den Haag zich ongetwijfeld tandenknarsend afvraagt waarom die eigenzinnige wethouders de 200 miljoen extra gelden die hij beschikbaar heeft gesteld voor Sociale Innovatie in de langdurige zorg niet hiervoor inzetten?
Afbraak van de verzorgingsstaat
Even naar de inhoud: we sluiten bejaardentehuizen en gelijktijdig breken we ook nog de huishoudelijke hulp af. Je zou denken dat we die hulp dan juist moeten intensiveren. Wat er ook gebeurt, die cliënten blijven en die blijven ook hulp nodig hebben. Ouderdom komt met gebreken, dat lijken we soms even te zijn vergeten.
In Lochem begon het in april 2015: het stelselmatig weigeren van huishoudelijke hulp door de gemeentelijke overheid. Het heeft die gemeente al bijna 100.000 euro aan rechtszaken gekost en men heeft tot dusver steeds bakzeil gehaald.
Het aantal verwarde mensen op straat neemt hand over hand toe. En dat is zo langzamerhand in een gemiddeld gemeentehuis aan de vergadertafel niet minder. De verwarring slaat overal toe. Dat wat wil gebeuren, gebeurt eenvoudigweg niet en dat is om gek van te worden: zeker voor die 51.000 mensen die het rechtstreeks betreft.
Er is een weg, er is geld, er is alleen geen politieke wil om het probleem in één vergadering op te lossen. Het afschaffen van de slavernij in 1863 vond ook lang niet iedereen een goed plan. In tijden van verwarring moet je niet alles geloven wat je denkt, zeker de heersende macht moet juist dan zich eens achter de oren krabben. We gaan toch niet terug naar 1863?
Koehandel
Toch lijkt het erop: een koehandel in mensen die worden aanbesteed, cliënten worden per bosje geveild. Je kunt het anders noemen: ‘Het is een zorgvuldig proces van aanbesteden in een mini-tender’. Dank je de koekoek. Cliënten die worden geveild aan de laagst biedende partij. Marktwerking in de zorg anno 2016. Dat is niet modern, dat is zo 19e-eeuws. Zorgondernemers/zorgcowboys, meestal mannen, die tegen nog lagere prijzen het werk aannemen en vervolgens hun mensen, veelal vrouwen, zwaar onder druk zetten steeds minder kwaliteit te leveren (Doe die toilet maar één keer in de vier weken). En merkwaardig genoeg weten de wethouders dit allemaal, … “maar we moeten reëel zijn”.
Jammer dat het geen verkiezingstijd is. Dan zouden deze wethouders wel anders piepen. De meeste gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor de inkoop van huishoudelijke hulp, proberen momenteel op eigen kracht een oplossing te vinden. Dat betekent in veel gevallen dat de bestaande contracten door lokale schoonmaakbedrijven worden overgenomen zonder baan- of loongaranties voor de ex-medewerkers van TSN-Thuiszorg. Maar we hadden de bodem toch al bereikt?
De weg
Hoe is de weg van Stichting Familiehulp? Werk zonder winstoogmerk, werk met zelfsturende teams scheelt 75% overheadkosten en en passant geven ze de vakmensen hun beroep weer terug. Medewerkers worden bijgeschoold vanuit de 200 miljoen pot voor Sociale Innovatie van Van Rijn om het idee van hulp aan de familie letterlijk handen en voeten te kunnen geven. De familie maakt een plan, niet de gemeente, en overlegt met het team van Familiehulp wat zij zelf kunnen bijdragen en waarbij de ondersteuning nodig is van de Stichting Familiehulp. Ook niet een gemakkelijke weg, maar wel een beter begaanbare; goedkoper en menselijker.
Dit is een echte participatiemaatschappij. Power to the people. De bewoners zijn de baas, de ambtenaren (met contracten voor vier jaar: net als de gemeenteraad) zijn tijdelijk te gast en worden te werk gesteld als civil servant om het leven in een gemeenschap te ondersteunen, niet te verwaarlozen. Als je het samen doet, sta je er niet alleen voor.
Waar een weg is, is slechts een politieke wil nodig! De medewerkers willen het graag, het FNV wil het graag, de bewindvoerders van TSN willen het graag, Stichting Familiehulp wil het graag, de staatssecretaris wil het graag en de eindverantwoordelijke wethouders verkwanselen de oplossing en gaan voor ‘Model Winterswijk 1863’. Toch weer tenderen en mensen veilen. Terwijl dit toch de droom van iedere manager moet zijn: de verandering en het draagvlak is er al, je hoeft hem alleen maar toe te laten!